Geïnspireerd op de Romeinse kapitaal en cursief krijgen de eerste letters van het unciaalschrift vorm vanaf de eerste eeuw na Christus. Unciaal is het schrift van de 4de eeuw en werd gebruikt tot de 9de eeuw. Het bereikte zijn hoogtepunt in de 5de eeuw en werd hoofdzakelijk voor kerkelijke teksten aangewend. Het was het schrift van de eerste christenen en later van de monniken.
Het hedendaagse unciaal is dit gebaseerd op die van de 4de eeuw. Zoals het cursief heeft dit brede en ronde schrift korte stokken en staarten voor de letters D F G H L en Q. Merk op dat het unciaalschrift vaak werd gevormd zonder ruimte te laten tussen de woorden. Volgens St. Jerome was het een luxe schrift dat misbruik maakte van dure perkament omdat het zo’n breed en groot schrift is.